John Jansen Fotografie

Alles over homeopathie

Hoe herken ik een homeopathisch middel?

 

Mensen denken nogal eens dat alle middelen op natuurlijke basis homeopathische middelen zijn. Dit is niet zo, het is pas homeopathisch als de stof verdund én geschud is (wij noemen dat gepotentieerd). Dit is te herkennen aan het achtervoegsel achter de stof, bijvoorbeeld D6. Staat er alleen een plantennaam, dan heet het fytotherapie (kruidengeneeskunde). Bij fytotherapie is de kans op bijwerkingen groter dan bij homeopathie, omdat de pure stoffen gebruikt worden. De hypericum capsules die veel gebruikt worden tegen depressieve gevoelens hebben dus niets met homeopathie te maken. 

D6 wil zeggen: 6x 1 op 10 verdund en geschud, dus, je neemt 1 deel pure stof, daar doe je 9 delen water bij en dat schud je krachtig in 1 richting. Vervolgens neem je van deze oplossing weer 1 deel, daar doe je 9 delen water bij en schud je weer krachtig. Dit totaal 6 maal. 
C6 staat voor een 6x 1 op 100 verdunning. K-potenties zijn ook 1 op 100 verdunningen maar hiervoor wordt steeds hetzelfde glas gebruikt, dus 1 deel stof, 99 delen water, schudden en van dat mengsel wordt 99% weggegooid, de 1% die wordt overgehouden wordt weer verdund en geschud. Deze methode is goedkoper dan wanneer je steeds een nieuw glas moet gebruiken. Boven de C200 worden eigenlijk alleen nog maar K potenties gebruikt. Ook bestaan er nog LM potenties. Dit zijn 1 op 50.000 verdunningen die op een speciale manier vervaardigd zijn waardoor ze wat milder werken dan de andere potenties.

Klassiek homeopaten gebruiken meestal potenties boven de D30 of C30. Gangbare potenties zijn: D3, D4, D12, D30 (D3 en D4 meest voor zelfmedicatie), C6, C30, C200 en van de K potenties 6K,12K,30K,200K,1000K (=MK), 10.0000K(=XMK) en 50.000K(LMK). Alle tussenstappen kunnen natuurlijk wel gebruikt worden maar die moeten dan speciaal bereid worden. Dat doet eigenlijk niemand. De LM potenties lopen van LM1 t/m LM30 meestal in Romeinse cijfers weergegeven, Bijv. LMVI (LM6).

Hoe hoger de potentie (dus het getal achter het middel) hoe sterker verdund, maar ook hoe vaker het middel geschud is. Hoe vaker geschud, hoe sterker de werking. Boven de C30 zitten er geen moleculen van de oorspronkelijke stof meer in, je geeft dan alleen nog de “informatie”van de stof. Het middel moet dan wel goed bij de patiënt passen, daarom worden deze potenties eigenlijk niet meer gebruikt voor zelfmedicatie. Omdat er bij middelen tot een D6 nog wat van de stof terug te vinden is vooral D1 –D3 mag je sommige middelen niet gebruiken tijdens de zwangerschap of in combinatie met bepaalde geneesmiddelen. Boven de D30 maakt dit helemaal niets meer uit.